Schoonloeders

Wat is dat toch met schoonmoeders? Ik weet dat iedereen grapjes kent over schoonmoeders, er in meer dan een paar films g...

Wat is dat toch met schoonmoeders? Ik weet dat iedereen grapjes kent over schoonmoeders, er in meer dan een paar films geclashed wordt met schoonmoeders, maar is dat omdat er een kern van waarheid inzit? Zijn ze echt allemaal zo vervelend? En waarom zijn ‘ze’ dan zo vervelend? En zijn alleen de moeders van echtgenoten vervelend of ook moeders van echtgenotes (kan me nl niet voorstellen dat vriendlief mijn moeder vervelend vindt :D)? Of tref ik het misschien gewoon nooit wat schoonloeders betreft?

Ik weet het, niet heel lang geleden schreef ik nog dat ze ‘aan mijn kant staat’ wat vriendlief betreft. En dat is nog steeds zo. Zo gaat ze in het weekend, wanneer vriendlief om 11 uur nog in bed ligt, expres heel hard praten voor onze slaapkamerdeur, over hoe ze niet kan geloven dat hij nog in bed ligt. Beetje gênant vind ik dat maar goed. Maar ze staat niet aan ‘mijn kant’ wat de jongens betreft. En dat laat ze zo duidelijk merken! Ik heb het in de 4,5 week dat we hier zijn mezelf gedwongen om geen ruzie te maken. We zijn per slot van rekening in hun huis, en het is voor niemand makkelijk. Dus iedere keer wanneer ik (in het Engels en in de keuken naast haar) tegen de jongens zei dat ze wel genoeg snacks hadden gehad en zij hun vijf seconden later een koekje gaf, zei ik: “Nou, vooruit dan, deze keer.”, terwijl ik eigenlijk na de vierde keer iets heel anders wilde zeggen. Iedere keer wanneer de jongens begonnen te ‘vechten’ om een speeltje en ik ze apart nam om uit te leggen dat ze moesten delen, dat het nu eerst M.’s beurt was en daarna T. echt ermee mocht spelen, en zij mij absoluut hoorde, en zei: “Ik heb hetzelfde speeltje boven, ik ga het voor ze pakken,”, ik uitlegde dat de jongens moeten leren delen en zij mij vertelde ‘dat kinderen op deze leeftijd het niet kunnen’ en ze alsnog naar boven ging om het speeltje te pakken, ik de andere kant opkeek en op mijn lip beet om mijn woorden binnen te houden. Toen zij mij in de eerste week vertelde dat ‘de jongens een uur eerder naar bed moesten’ omdat zij dan minder last van ze zouden hebben in de avonden, heb ik maar toegegeven om de vrede te bewaren, en omdat ik er net was en haar dus nog maar net leerde kennen en haar niet meteen tegen de haren in wilde strijken. Maar vandaag ging het te ver. Ging zij te ver.

Onze jongens hadden vandaag een slechte dag. Dat gebeurt nou eenmaal wel eens. Dan zitten ze te jengelen, huilen ze veel sneller als ze vallen of iets dergelijks en nee, het zijn geen leuke dagen. Normaal zou ik ze mee naar buiten nemen (wat ook niet altijd helpt hoor, maar 8 van de 10 keer wel), maar vandaag was het min 14 en dus niet echt buien speel/wandel weer. De jongens waren dus allebei aan het zeuren en jengelen, toen schoonmoederlief (of niet echt lief dus) naar beneden kwam. “We moeten even praten,” vertelde ze mij. “De jongens moeten naar bed,” zei ze, toen we op de trap stonden (en de jongens bij vriendlief in de keuken). “Ze zijn moe.” Ik keek op de klok. Het was nog 2 uur tot het tijd was voor hun slaapje. Ze waren die ochtend op normale tijd opgestaan. Bovendien wrijven ze als ze moe zijn altijd in hun oogjes en zien dan superwit, en dat was nu niet het geval. Maar dat was het niet eens, het was de MANIER waarop ze het zei. Zo van: zij zou mij, onwetende, wel even uitleggen hoe het moet, want zelf zou ik daar toch nooit opkomen. Ik voelde me in een keer ontzettend boos worden. Ik slikte. “Ze zijn niet moe,” zei ik, terwijl ik probeerde vriendelijk te glimlachen, maar waarschijnlijk faalde. “Ze zijn WEL moe, Dewi,” zei ze beslist en denigrerend. “Ze zijn niet moe,” hield ik vol. “Ik ken ze en als ze moe zijn..” “Ze zijn moe,” onderbrak ze me onbeleefd, maar ik neem aan dat we beleefdheden op dit punt achter ons hadden gelaten. Ik haalde diep adem. “Ze zijn niet moe,” zei ik nog een keer. “Ze vervelen zich, ze willen naar buiten.” “Kinderen op deze leeftijd kunnen zich nog niet vervelen,” vertelde ze me, weer op zo’n ‘oh mijn god wat ben je toch stom’-toon. “Ze moeten naar bed.” “Ze zijn niet moe,” kon ik nog tussen mijn opeengeklemde kiezen uitbrengen voor ik me omdraaide en de keuken in liep.

Man man man, wat was ik kwaad. Zij waarschijnlijk ook, want zij stapte in haar auto en verdween, hoewel we (voor dit alles) hadden afgesproken dat wij haar auto zouden lenen. Het is tijd om een huisje voor onszelf te vinden. Big time. Dus iedereen: stuur positieve energie zodat vriendlief snel snel snel een baan kan vinden (tot nu toe nog niet gelukt) en we snel snel snel hier weg kunnen, want ik weet niet hoe lang ik mijn kaken nog op elkaar kan klemmen..

Laatste nieuws