Hippe shots

Geen zonnig dagje aan het strand, geen aardbeitjes op een picknickkleed, geen rosé bij een eerste barbecue. Kortom, geen...

Geen zonnig dagje aan het strand, geen aardbeitjes op een picknickkleed, geen rosé bij een eerste barbecue. Kortom, geen prezomerse zondag, nee,
ik had een fotoshoot. Voor hip&hot magazine, een binnen enkele maanden uit te komen blad voor de iPad waar ik hier al eens over vertelde.

Een shoot met een zomers tintje weliswaar (korte jurkjes, zomerse rokjes), maar wel hartstikke binnen, de hele zondag.

Fijn is dat zoÂ’n fotoshootÂ…

Â… als je nog niet helemaal zomerklaar bent.
Â… als je gezicht al wel een zonnig tintje heeft maar je lijf nog niet.
Â… als je je in april in een zomers tuniekje moet hullen.
Â… als je je jaarlijkse bezoekje aan de pedicure nog niet gehad hebt en op blote voeten op de foto moet.
Â… als je eigenlijk helemaal niet van fotoshoots houdt.
Â… als je elk moment ongesteld kunt worden.
… als je je even helemaal niet zo hip en hot voelt. 😉

Ik ben gewoon niet zo van de fotoshoots. Gemaakt lachen en zo. Of, misschien wel beter gezegd, doen alsof je niet gemaakt lacht. En dan het idee dat dit blad uitkomt als iedereen in Nederland hartstikke bruin is en wij dan ineens extra bleek lijkenÂ… Nou ja, ik moest me er maar niet te druk om maken.

Er werd aangebeld.
‘Taxi!’ riep een vrolijk meisje toen ik de deur open deed. Een van de andere redactrices. Ik had een Jippe die onder het snot zat op mijn arm en Bo huppelde half aangekleed voor me uit. Ik voelde me nog niet echt het model dat weldra een fotoshoot had.
Ik zwaaide mijn lieverdjes gedag, die schattige neusjes tegen de ruiten, en stapte in.
‘Het ruikt wel een beetje naar hond,’ verontschuldigde ze zich. ‘Ik heb ‘m van mijn schoonmoeder geleend.’
(Die auto dus, niet die hond gelukkig.)

Op naar Zevenhuizen. Handig zoÂ’n tomtom, maar je moet wel even weten welke Zevenhuizen je moet hebben.
Er bleken er heel veel te bestaan!
Gelukkig hadden we ons gezond verstand bij ons. En belandden we niet in Groningen.
We waren te vroeg, maar wel de laatsten. (Wat wisten die anderen wat wij niet wisten?)

Een stuk of tien meiden, een berg rokjes en jurkjes, een kast vol sieraden en kiezen maar. Even voelde ik me de pechvogel van America’s next topmodel die net als laatste de keuze uit al die leuke kleren had en er net niks geschikts meer overbleef. Gelukkig was hier geen sprake van dringen en duwen en pakken wat je pakken kan. Geen haren trekken en tenen trappen. Geen haat en nijd of heuse battle. Wij waren geen concurrenten maar toekomstige collega’s. Hier werd met elkaar meegedacht. Oprecht gekeken wat leuker stond: dat ene jurkje of toch dat rokje. Mét wikkelvestje of zonder. Ook bij mij deden ze dat.

Ik paste verschillende rokjes aan. Maar hoe vrolijk het er ook uit zag, het stond me niet. Het paste wel maar het paste ook weer niet. Ik was het gewoon niet. Mijn ‘ik’ kwam er niet in uit zeg maar.
Nou moet ik zeggen dat ik die ervaring al eens eerder heb gehad, tijdens een fotoshoot voor Top Santé, dat toen nog bestond.
‘Ja, we nemen allemaal leuke kleren mee hoor.’
‘Maar ik ben zwanger.’
‘Ja, daar houden we rekening mee, we kiezen allerlei leuks uit.’
Nou, ik zweer het, het stond voor geen meter. Ik leek dik, niet zwanger. Het was te netjes bovendien. En dus was ik blij dat ik zelf ook iets mee had genomen, voor onder dat nette jasje dan tenminste.

Ook nu weer zo’n situatie. Fijn hoor, dat er allemaal leuke en hippe jurkjes waren, maar ze stonden mij gewoon niet. In de een was ik wel heel Hollands, de klompen ontbraken alleen nog, en in de andere outfit, een rood T-shirt en een vrolijk groen rokje kon ik maar aan één ding denken: ‘Pannenkoekenhuis!’ Alsof ik daar werkte en er zo uit geplukt was. Ja, echt, een pannenkoekenhuis. Meer kon ik er niet van maken. Leuk hoor, maar niet voor mij, zo echt nìet Denise.

Maar, gelukkig, ik mocht mijn kersvers gekochte H&M-jurkje aan. Soepel spijkerstof en vrolijke ruches. Helemaal hip & hot. Jammer alleen dat mijn benen nog niet vakantiebruin waren. Dat ene zonnebankje dat ik er nog speciaal voor had genomen had ook al niet veel geholpen.

Ik bleek overigens niet de enige met die onzekerheden hoor. Eén iemand had van te voren al zo over haar benen geklaagd waardoor verwacht werd dat ze met zo ongeveer ‘de lelijkste benen van Nederland’ aan zou komen. Niet dus. Niemand die iets zag. Ook een andere redactrice verklaarde dat haar schenen onder de bulten en putten zaten, maar niemand die het opviel. Alleen haar nagels had ze niet gelakt of geknipt. Niet aan gedacht. ‘Zie je wel,’ zei ze, terwijl ze naar haar tenen wees, ‘ik ben gewoon een jongen. Ik denk niet aan dat soort dingen.’ Ze had alleen wel het meest frisse en fruitigste gezicht van ons allemaal, met die mooie bloem in haar vrolijk krullende haar. Zij was gewoon al hip van zichzelf.

Goed, het duurde uren, maar het was best leuk. We hoefden ons ook niet te vervelen want we werden gewoon aan het werk gezet. Lijstjes invullen, elkaar interviewen, de huidige versie van het eerste nummer op de iPad bekijken. En dat zag er al geweldig uit!
Ondertussen konden we ons tegoed doen aan cupcakjes en allerhande broodjes. Paaseieren ook natuurlijk, en nog meer lekkers.

Af en toe werd er iemand naar de visagie geroepen en om beurten gingen we op de foto.
Hoe komt het toch dat ik bij zoiets altijd als (bijna) laatste aan de beurt ben? Waarom durf ik nooit gewoon te zeggen: ‘En nu wil ik!’ (Nou ja, pas op het allerlaatst dan. En dan nog met een voorzichtig zuchtje en een ‘Ik had gehoopt dat ik nu mocht.’)
Ik was ongesteld geworden en mijn haar zat inmiddels op zijn platst. Ook begon ik steeds meer naar buiten te verlangen. De zoveelste mooie weekenddag waarop ik niet in het zonnetje kon zitten.
Nou ja, zon is slecht voor het modellengezicht zullen we maar zeggenÂ…

‘Ik heb je lippen een kleurtje gegeven dat mooi bij je vestje past,’ zei de visagiste.
‘Eh… die gaat nog uit.’
Toen het klaar was bekeek ik mezelf in de spiegel. Mijn zwaar aangezette ogen. De blusher. Ik was Denise niet meer, maar een goedkope versie daarvan, maar op de foto zou je daar niets van zien.
Goed, zij hadden er verstand van, en eindelijk, ik was aan de beurt!

De fotografe schoot flink raak, en showde tussendoor het resultaat. Best grappig om jezelf eens in zijn geheel op een schermpje te zien. Om eens een dagje in de lucht te springen zoals alleen modellen dat doen. (Ooit wel eens iemand in het echte leven zo zien springen? Zo met armen en benen in de lucht en compleet met wapperende haren?)

Leuk voor een dagje, maar ik ben blij dat ik geen model ben geworden. Niet dat ik daar nou ooit echt voor in aanmerking kwam hoor, maar stiekem wilde ik dat wel eens, zoals elk meisje daar wellicht wel eens van gedroomd heeft. Ik moet ineens denken aan die blauwe maandag in Barcelona. Twintig jaar geleden! Gingen we met een groep au pairs langs een modellenbureau. Ik zie ons daar nog staan. Ze waren wel geïnteresseerd, maar ik moest eerst afvallen. Mijn hoofd was te dik. Dat klopte wel een beetje, maar om daar nou moeite voor te gaan doen? Ik was veel te dol op wafels, churros en chupa chups. Dan maar geen model. (Overigens heb ik nog wel een casting gedaan daar; met een hoedje op herinner ik me. Ik werd er alleen maar heel zenuwachtig van. Nee, dit was mijn wereld niet.)

Om half 5 was ik thuis. Tijd om nu dan eindelijk van de zon te gaan genieten was er niet. Er moesten boodschappen voor het avondeten gehaald worden. Ietwat jaloers keek ik naar Pier die met de kinderen uit de zandspeeltuin kwam. Uren had hij er gezeten. Lekker buiten. (Tja, je moet wat over hebben voor je carrière…) Maar goed, en dan die boodschappen nog even. Maar, niet voordat ik mijn make-up eraf had gehaald. Die net iets te donkere oogschaduw, en dat zwarte kohllijntje onder mijn ogen. Ik veegde het voorzichtig met een watje weg.
Want zó kon ik toch geen boodschappen doen?

Goed, en nu is het afwachten hoe hip en hot ik erop sta.

Laatste nieuws