Het is wellicht een beetje een open deur, maar iedereen die ooit een voet in het doolhof genaamd ‘IKEA’ heeft gezet, weet dat ‘ie met veel meer terugkomt dan het hoognodige. Ja, je weet dat óók jij je er schuldig aan hebt gemaakt toen je een BILLY boekenkast wilde kopen, maar je met een grote blauwe tas vol impulsaankopen (lees: kaarsen, glaswerk, kussentjes, fotolijstjes en een hotdog) thuiskwam. En dat is zeker niet de eerste keer dat het je overkomt. Hoe kan dat?
Doolhof
De zigzag-route langs de meubels zorgt ervoor dat je gedesoriënteerd raakt en vatbaarder bent voor impulsaankopen. En IKEA speelt daar goed op in door bakken met goedkope hebbedingetjes strategisch te plaatsen. Dit stelt Alan Penn, professor aan de universiteit van Londen en expert op het gebied van winkelontwerpen.
Volgens Penn probeert IKEA de klant zo lang mogelijk binnen te houden. Dit doen ze door het bijna onmogelijk te maken om een uitgang te vinden, waardoor je toch overal langs moet. En anders verdwaal je. Hoe langer een klant in de winkel blijft, des te meer kans dat ze ook daadwerkelijk iets kopen. En omdat de route lang en kronkelig is, hebben veel mensen de neiging om een product direct mee te nemen. Je hebt ze misschien niet meteen nodig, maar als je er toch langsloopt, kun je ze net zo goed in je karretje stoppen. De meeste mensen hebben namelijk geen zin om later nog terug te keren, met het gevaar dat ze het niet meer kunnen vinden.
Lees ook: Dé reden dat IKEA kopjes altijd een inham hebben
Bron: Daily Mail, ANPÂ
