Titanic–fans opgelet! Grote kans dat je de film al duizenden keren hebt gezien en het verhaal van de grootste bootramp inmiddels van voor naar achteren kent. Het grootste passagiersschip ter wereld vertrok op 10 april 1912 vanuit Southampton naar New York tot het schip vier dagen later een ijsberg raakte. Er werd geconcludeerd dat het schip met een te grote snelheid op de enorme ijsberg was gebotst en zó veel schade had opgelopen om te blijven drijven. Maar wat de échte oorzaak was, dat bleef gissen. Er gingen al heel wat theorieën rond en nu is er weer een nieuwe opgedoken.
Brand
Journalist Senan Molony onderzoekt de ramp al ruim 30 jaar. Hij nam oude foto’s onder de loep en claimt dat het schip al schade of verzwakkingen opliep nog voor het de scheepswerf uit was. Ook zag hij op de beelden dat er lange zwarte vlekken aanwezig waren op dezelfde plek waar later ook de ijsberg het schip raakte. Volgens Molony zouden die vlekken eigenlijk brandsporen zijn die ontstonden toen de kolenkamers vuur vatten. “Experts vertellen ons dat het staal tot wel 75 procent van zijn sterkte verliest als het langdurig wordt blootgesteld aan de temperaturen van de brand.” Toen de Titanic dan vier dagen later de ijsberg raakte, maakte het verzwakte staal geen schijn van kans.
Die brand zou tijdens de reis niet volledig gedoofd zijn. Wat meteen ook de reden zou zijn geweest van het hoge tempo van de Titanic: hoe meer kolen er verbrand werden, hoe sneller de onderliggende brand gedoofd kon worden. Whoot!
Lees ook: Voortaan kijk je met andere ogen naar Titanic
Bron: HLN.be, Beeld: Getty
